Configuratiemenu

Configuratiemenu

Menuoptie
Omschrijving
Usb-configuratie
USB PnP

    1*

    2

Wijzig de USB-stuurprogrammamodus van de printer om de compatibiliteit met een pc te verbeteren.
Usb-configuratie
USB-scan naar lokaal

    Aan*

    Uit

Instellen of de USB-apparaatdriver wordt vermeld als een enkelvoudig USB-apparaat (een enkele interface) of als een samengesteld USB-apparaat (meerdere interfaces).
Usb-configuratie
USB-snelheid

    Vol

    Auto*

Stel in dat de USB-poort op volle snelheid wordt uitgevoerd en schakel de hogesnelheidsfuncties ervan uit.
Ladeconfiguratie
Lade koppelen

    Automatisch

    Uit*

De printer zodanig instellen dat de laden dezelfde instellingen hebben voor de papiersoort en het papierformaat.
Dit menu-item is alleen beschikbaar op sommige printermodellen.
Ladeconfiguratie
Bericht invoerlade geplaatst tonen

    Uit

    Alleen voor onbekende formaten*

    Altijd

Een bericht weergeven om papierformaat en -soort na het plaatsen van de lade te kunnen selecteren.
Ladeconfiguratie
A5 laden

    Korte zijde

    Lange zijde*

De afdrukstand van de pagina opgeven tijdens het plaatsen van A5-papier.
Ladeconfiguratie
Prompts papier

    Auto*

    Handmatige papierinvoer

De papierbron zodanig instellen dat de gebruiker moet bijvullen als er een bericht wordt weergegeven om papier te plaatsen.
Ladeconfiguratie
Prompts envelop

    Auto*

    Handmatige envelopinvoer

De papierbron zodanig instellen dat de gebruiker moet bijvullen als er een bericht wordt weergegeven om enveloppen te plaatsen.
Ladeconfiguratie
Actie voor prompts

    Gebruiker vragen*

    Doorgaan

    Huidige gebruiken

De printer zodanig instellen dat meldingen over het wijzigen van papier of enveloppen worden opgelost.
Rapporten

    Pagina Menu-instellingen

    Gebeurtenislogboek

    Samenvatting gebeurtenislogboek

Rapporten afdrukken over de menu-instellingen, status en gebeurtenislogs van de printer.
Gebruik supplies en tellers
Gebruikshistorie wissen
De geschiedenis van supplygebruik, zoals het aantal pagina's en resterende dagen, herstellen naar de fabrieksinstellingen.
Gebruik supplies en tellers

    Verhittingsstation opnieuw instellen

    ITM opnieuw instellen

Stel de teller opnieuw in nadat u een nieuwe supply hebt geïnstalleerd.
Printeremulaties
PPDS-emulatie

    Uit*

    Aan

De printer zodanig instellen dat de PPDS-gegevensstroom wordt herkend en gebruikt.
Printeremulaties
PS-emulatie

    Aan*

    Uit

De printer zodanig instellen dat de PS-gegevensstroom wordt herkend en gebruikt.
Printeremulaties
Emulatorbeveiliging
Paginatime-out
0–60 (60*)
De paginatime-out tijdens emulatie instellen.
Printeremulaties
Emulatorbeveiliging
Emulator opnieuw instellen na taak

    Aan

    Uit*

De emulator opnieuw instellen na een afdruktaak.
Printeremulaties
Emulatorbeveiliging
Toegang tot printerberichten uitschakelen

    Aan*

    Uit

Toegang tot printerberichten tijdens emulatie uitschakelen.
Faxconfiguratie
Faxondersteuning bij weinig vermogen

    Slapen uitschakelen

    Slapen toestaan

    Auto*

De fax zodanig instellen dat deze overschakelt naar de slaapstand als de printer vaststelt dat dit moet.
Dit menu-item is alleen beschikbaar op sommige printermodellen.
Afdrukconfiguratie
Modus Alleen zwart

    Uit*

    Aan

Kleuren afdrukken in grijstinten.
Afdrukconfiguratie
Kleuroverlapping

    Uit

    1

    2*

    3

    4

    5

De afgedrukte uitvoer verbeteren om foutieve kleurenregistratie in de printer te compenseren.
Afdrukconfiguratie
Scherpte lettertype
0-150 (24*)
Stel een waarde voor de tekstgrootte in waaronder schermen met hoge frequentie worden gebruikt bij het afdrukken van lettertypegegevens.
Als de waarde bijvoorbeeld 24 is, dan worden er voor alle lettertypes van 24 punten of minder schermen met hoge frequentie gebruikt.
Apparaatbewerkingen
Stille modus

    Aan

    Uit*

De printer instellen op werking in de Stille modus.
Door deze instelling aan te zetten worden de prestaties van de printer trager.
Apparaatbewerkingen
Paneelmenu's

    Inschakelen*

    Uitschakelen

Toegang geven tot de bedieningspaneelmenu's.
Apparaatbewerkingen
Veilige modus

    Uit*

    Aan

De printer zodanig instellen dat deze werkt in een speciale modus, waarin deze probeert zo veel mogelijk functionaliteit te bieden, ondanks bekende problemen.
Als deze optie Aan wordt gezet en de duplexmotor bijvoorbeeld niet werkt, zal de printer enkelzijdig printen, zelfs als voor die taak dubbelzijdig printen is ingeschakeld.
Dit menu-item is alleen beschikbaar op sommige printermodellen.
Apparaatbewerkingen
Aangepaste status wissen
Wis door de gebruiker ingestelde strings voor de standaard of alternatieve aangepaste berichten.
Apparaatbewerkingen
Alle op afstand geïnstalleerde berichten wissen
Wis berichten die extern zijn geïnstalleerd.
Dit menu-item is alleen beschikbaar op sommige printermodellen.
Apparaatbewerkingen
Foutschermen automatisch tonen

    Aan*

    Uit

Toon bestaande foutmeldingen op het scherm nadat de printer gedurende de tijd van de instelling Time-out scherm inactief blijft op het startscherm.
Configuratie van tonerpatch-sensor
Voorkeur kalibratiefrequentie

    Uitgeschakeld

    Minste kleuraanpassingen

    Minder kleuraanpassingen

    Normaal*

    Betere kleurnauwkeurigheid

    Beste kleurnauwkeurigheid

Stel de standaardkalibratiefrequentie in.
Configuratie van tonerpatch-sensor
Volledige kalibratie
De volledige kleurkalibratie uitvoeren.
Configuratie van tonerpatch-sensor
TPS-informatiepagina afdrukken
Een diagnostische pagina afdrukken met informatie over de kalibratie van de tonerpatchsensor.
Scannerconfiguratie
Registratie Scannerhandleiding
Snelle Printtest
Een snelle testpagina afdrukken.
Controleer of de marges op de doelpagina rondom het gehele doel even groot zijn. Als dit niet zo is, moeten de printermarges mogelijk opnieuw worden ingesteld.
Scannerconfiguratie
Registratie Scannerhandleiding

    Registratie ADF voorzijde

    Registratie ADF achterzijde

    Flatbed-registratie

De flatbed en ADF handmatig registreren na het vervangen van de ADF, de glasplaat of controllerkaart.
Scannerconfiguratie
Rand wissen
Rand wissen FB

    0–6 (3*)

Rand wissen ADF

    0–6 (3*)

Het formaat, in millimeters, instellen van de niet afdrukbare gebied rond een ADF- of flatbed-scantaak.
Scannerconfiguratie
Scanner uitschakelen

    Ingeschakeld*

    Uitgeschakeld

    ADF uitgeschakeld

De scanner uitschakelen wanneer deze niet goed werkt.
Scannerconfiguratie
Tiff-bytevolgorde

    CPU-endianness*

    Kleine Endian

    Grote Endian

De bytevolgorde van scanuitvoer met TIFF-opmaak instellen.
Scannerconfiguratie
Exacte Tiff rijen per strook

    Aan*

    Uit

De waarde van de tag RowsPerStrip van scanuitvoer met TIFF-opmaak instellen.
Een sterretje (*) naast een waarde geeft aan dat dit een in de fabriek ingestelde waarde is.