De printer aansluiten op een draadloos netwerk met Wi-Fi Protected Setup (WPS)
Controleer het volgende voordat u de printer verbindt met een draadloos netwerk:
- Het toegangspunt (draadloze router) is WPS-gecertificeerd (Wi‑Fi Protected Setup) of WPS-compatibel. Zie voor meer informatie de documentatie die bij het toegangspunt is geleverd.
- Op de printer is een draadloze netwerkadapter geïnstalleerd en deze werkt correct. Raadpleeg voor meer informatie de instructies die bij de draadloze netwerkadapter zijn geleverd.
Configuratiemethode met drukknop gebruiken
- Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
>Netwerk/Poorten>
>Netwerk [x]>
>Netwerk [x] Configuratie>
>Draadloos>
>Configuratie Wi‑Fi Protected>
>Methode met drukknop starten>
Volg de aanwijzingen op de display.De methode met pincode gebruiken- Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
>Netwerk/Poorten>
>Netwerk [x]>
>Netwerk [x] Configuratie>
>Draadloos>
>Configuratie Wi‑Fi Protected>
>Startmethode met pincode>
Kopieer de WPS PIN van acht cijfers.Open een webbrowser en typ het IP-adres van het toegangspunt in de adresbalk.- Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123.123.123.123.
- Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen.
Open de WPS-instellingen. Zie voor meer informatie de documentatie die bij het toegangspunt is geleverd.Voer de pincode van acht cijfers in en sla de instelling op.